Het stormt enorm als ik les kom geven aan “R” met haar paard “M”. “M” wordt er niet anders van. Heerlijk zo’n braaf paard. “M” is nog jong en “R” heeft voldoende de tijd genomen om een goede vertrouwensband op te bouwen met “M” en daar plukt ze op een dag als vandaag de vruchten van! Sterker nog als ik “R” vraag of er punten zijn waar ik haar vandaag mee kan helpen zegt ze:” “M” is niet voorwaarts.” Het klopt. In de vorige lessen heb ik ook gezien dat ze wel wat sneller zou mogen reageren, maar het is een kwestie van keuzes maken in een les. Als ik met alles tegelijk kom wat ik zie wordt het wellicht zo veel dat de lol er af gaat, bovendien werk je soms aan het één en lost het andere probleem daarmee ook op. “M” was erg scheef. Er was voldoende activiteit om daar aan te werken in de voorgaande lessen. De activiteit werd al wel beter toen haar balans verbeterde. Ander aandachtspunt was de handhoogte van “R”. Haar handen stonden zo dat het bit vooral op de lagen werkte. Je kunt een paard dan voorwaarts vragen wat je wil, maar met je hand vraag je het paard om te stoppen. “R” heeft daar veel aandacht aan besteed. Nu staan haar handen al veel hoger, zodat het bit meer in de mondhoeken werkt en haar paard correct kan nageven als ze haar balans gevonden heeft. Al met al is het vandaag wel het goede moment om te kijken wat we kunnen doen voor “M”, zodat ze echt lekker voorwaarts wil gaan.
“Rij maar eens een overgang naar draf, zodat ik kan zien wat er gebeurd.” zeg ik tegen “R”. “R” vraagt “M” om aan te draven. “M” gaat wel in draf, maar het ziet er een beetje duwerig uit. Als “M” draaft krijg ik de indruk dat het nog wel eens zou kunnen verbeteren door aan de zit van “R” te werken, want het lijkt of ze iets uit balans is. “Kom eens bij mij.” vraag ik “R”. “Ga maar eens, zo in stilstand uit het zadel. Alsof je licht rijdt. Je voet en je onderbeen blijven in de zelfde houding. Je bovenbeen gaat van meer horizontaal naar meer verticaal. Voel hoe ver je bovenlichaam naar voren moet om in balans te blijven. Als je de neiging hebt om steun te zoeken op de teugel mag je bovenlichaam nog iets verder naar voren en je handen richting de oren van “M”. Als het er op lijkt dat “R” de goede houding heeft gevonden draaft ze aan. Ik sta paf! “R” moet heel even zoeken, maar dan heeft ze het goede gevoel. “M” is zichtbaar blij met de verandering en draaft er lekker over. “Mooi!!!” roep ik, tegen de storm in. “R” zit met een grote glimlach op haar paard. Prachtig om te zien hoe mens en paard veranderen in één wezen, zo lijkt het. Alles klopt: “M” in balans “R” in balans op de rug van “M” en samen dansen ze er over!
De volgende dag staat er een berichtje op Facebook van “R” met een foto met “M” een beker en een lint: clubkampioen dressuur bij de paarden!!