Werk aan de hand
Gisabeth krijgt een gratis les werk aan de hand. Haar moeder, Gisa, won de les door de Sincerita pagina op Facebook leuk te vinden, maar aangezien ze zelf niet meer rijdt gaf ze de les aan haar dochter. Gisa deelt alle blogs die ik op Facebook zet, daar ben ik natuurlijk blij mee. Ze hebben een prachtige rijhal in Aalten. Ze verhuren de hal aan mensen die lessen en/of workshops geven op het gebied van paarden welzijn. Op zondag 8 maart zal ik daar een lesdag geven en bij voldoende belangstelling zal ik daar één keer in de 4 weken zijn om les te geven. Voor meer info: Rijhal Aalten
Open les
Als ik de rijhal binnen loop is Gisabeth er al met haar paard en twee mensen om te kijken hoe ik les geef. Het is een open les voor mensen die belangstelling hebben om bij mij te gaan lessen. Even later komen er nog meer mensen om te kijken bij de les. Ik stel mijzelf voor en dan is het tijd om te kijken waar ik Gisabeth en haar paard mee kan helpen. “Zijn er dingen waar je vragen over hebt met het werk aan de hand?”, vraag ik aan Gisabeth. “Ik merk dat hij niet zoveel zin meer heeft om mee te doen.”, zegt ze. “Dat is jammer. Doe eerst maar een stukje zelf. Je hebt tenslotte al ervaring met het werk aan de hand. Kan ik even kijken waar we het beste mee kunnen beginnen.”, zeg ik.
Eerste indruk
Ik kan zien aan de manier waarop Gisabeth met haar paard werkt en de manier waarop haar paard mee doet, dat ze dit al langer doen. Na een poosje zeg ik: “Wat mij opvalt is ten eerste dat jullie fijn samen werken! Mooi om te zien. Er kunnen, zover ik het nu zie, twee redenen zijn waarom je paard niet meer zo graag mee doet. Hij is niet actief en hij is uit balans. Ik denk dat we in dit geval het beste met het herstellen van de activiteit kunnen beginnen” “Dat van die activiteit is mij ook al opgevallen.” zegt Gisabeth. “Hoe krijg ik dat beter?” “Vraag hem bij het weg stappen voorwaarts met je zweepje en hou je binnenhand achter zijn hoofd. Als je je hand naar voren doet, maak je je paard lang en bovendien zit de motor achter. Ga dan werken op de rand van stap en draf. Vraag activiteit en als hij aandraaft vraag je hem weer naar stap te gaan. Juist als hij in stap gaat vraag je om meer activiteit. De actieve stap zit, nu nog, op de rand van stap en draf. Naarmate je dit meer traint komt er meer ruimte in de stap en zal het langer duren voordat hij aandraaft ook al is hij actief”
Meer activiteit
Gisabeth gaat er mee aan de slag. Eerst snapt haar paard het niet zo goed en draaft hij meteen aan bij de vraag om meer activiteit, maar Gisabeth is handig en snel. Na een paar pogingen om de stap te verruimen is het duidelijk wat ze wil en doet haar paard fijn mee. De stap ziet er al veel beter uit. “Ik hoop dat je een goede conditie hebt.”, zeg ik. “Je mag nu het zelfde doen op de rand van draf en galop.” Gelukkig heeft Gisabeth inderdaad een goede conditie! Na een paar keer werken op de rand van draf en galop wordt haar paard wakker en ziet hij de lol er van in. Met grote passen draaft hij door de bak, terwijl Gisabeth met hem mee holt. Zijn lijf is nu lekker los. Door de goede samenwerking stopt hij gelukkig meteen als zij stopt. “Goed zo!” ,zeg ik. “Dat zag er echt super uit! Wat een verschil!” Doordat het verschil zo groot is zien ook de kijkers goed wat er gebeurd.
De balans herstellen
“Nu je de activiteit herstelt hebt kunnen we met de balans aan de gang.”, zeg ik. “Stap maar door de bak en vraag binnen stelling, dan wissel je van hand en vraag ook daar binnen stelling. Kijk of je verschil voelt tussen linker en rechter stelling.” Als Gisabeth zo rond stapt vraag ik aan de toeschouwers welke kant zij denken dat het makkelijkste buigt. Het komt overeen met Gisabeth’s bevindingen. “Hij buigt makkelijker naar rechts.”, zegt Gisabeth. “Zo ziet het er voor ons ook uit.”, zeg ik.
Wat te doen op de linker hand
“Zet hem maar op de linker hand. Vraag hem nu met je rechter teugel om rechts af te slaan. Waarschijnlijk moet je hem behoorlijk ver naar rechts buigen voordat hij af slaat en met zijn gewicht van de linker schouder af komt. Op het moment dat hij afslaat geef je hem meteen veel ruimte op de rechter teugel. Draai in je eigen lijf naar links en drijf hem met je zweepje bij. Dit alles maakt dat hij een correcte linker stelling gaat aannemen. “Wil je het een keer voordoen?”, vraagt Gisabeth. “Natuurlijk.”, zeg ik. Het hangt er net vanaf hoe iemand leert wat het beste werkt. Goed dat Gisabeth vraagt om het zichtbaar te maken wat ze moet doen. Nu is het duidelijk voor haar. Na een paar keer vragen doet haar paard lekker mee en laat hij door het herstellen van de balans zijn hoofd en hals zakken. “Er is nog een andere manier waarop je op de linker hand kunt werken.”, zeg ik. “Vraag met je linker hand wat stelling. Geef voldoende ruimte op je rechter teugel om stelling te kunnen krijgen. Beweeg je linker hand dan richting het paard en loop zelf ook zo dat je de volte vergroot. Let er op dat je rechter hand van het paard af blijft. Het is altijd verleidelijk om tegen het paard aan te gaan duwen, maar in dit geval zal hij hoogst waarschijnlijk terug gaan duwen.” Ik doe het weer even voor, waarna Gisabeth het over neemt. Ook op deze hulp reageert haar paard goed. “Je kunt de oefeningen combineren, door eerst naar buiten te sturen. Als dat goed gaat neem je het over met de tweede oefening.”
Oefeningen voor de rechter hand
“Zal je paard op deze hand de volte willen vergroten of verkleinen?” vraag ik. “Hier wordt de volte groter.”, zegt Gisabeth. “Precies.”, zeg ik. “Wat heb je nodig om hier goed de volte door te komen?” Gisabeth denkt even na. “Weinig stelling.”, zegt ze dan. “Dat klopt.”, zeg ik. “Het kan zelfs zijn dat je eerst contra stelling nodig hebt om hem goed op de volte te houden. Vraag hem maar een heel klein beetje contrastelling. Zodra hij dat doet beweeg je zelf naar binnen en neem je hem op twee teugels mee. “Gisabeth gaat aan de slag en al snel heeft ze het juiste gevoel. Haar paard valt wat terug in tempo. “Je kunt er bijvoorbeeld een vierkant volte van maken.”, zeg ik. “Je maakt de bocht en zodra je voelt dat hij van de linker schouder af komt vraag je hem voorwaarts. Dan maak je weer een bocht als je voelt dat hij van de lijn af begint te lopen en over de schouder begint te vallen.” Gisabeth doet het goed. “Zien jullie verschil?”, vraag ik aan de toeschouwers. “Ja, haar paard is “korter” en veel actiever. Bovendien lijkt hij er meer plezier in te hebben dan aan het begin van de les.” “Precies, goed gezien.” zeg ik. Het is echt een leuke demo les zo. Doordat Gisabeth fijn met haar paard kan werken blijft het een harmonieus geheel en is de verandering heel geleidelijk tot stand gekomen met een bijzonder mooi eind resultaat!